De Bernard van Kreelpoort: een poort met geschiedenis

Rijkoompje was de bijnaam van Hendrik de Ruiter, die werd geboren op 29 augustus 1844 in Gelders Veenendaal. Hendrik trouwde op 16 juni 1898 met de elf jaar jongere Hendrika Stip. Aangezien Hendrik en Hendrika op latere leeftijd in het huwelijk traden, bleef het echtpaar kinderloos. Die bijnaam Rijkoompje had Hendrik uiteraard niet zomaar gekregen. In de beginjaren van de 20e eeuw werd de Veenendaler een gefortuneerd man. Het was in die tijd niet ongebruikelijk om loten in een buitenlandse loterij te hebben, waarbij jaarlijks een trekking plaats vond. Op één van die loten viel een bedrag van f 100.000,– en dat maakte van Hendrik de Ruiter een rijk man.

Als man in bonus vroeg Hendrik de Ruiter op 10 oktober 1906 bij de gemeente een vergunning aan voor het bouwen van een huis met voortuin in de Hoofdstraat. Op dit perceel stond al een huis, eigendom van zijn vrouw Hendrika, en dat liet hij afbreken. Architect Bernard van Kreel kreeg de opdracht een nieuw huis te bouwen. Tegelijkertijd vroeg Hendrik ook vergunning aan om een koetshuis achter zijn huis te mogen bouwen. Dat koetshuis stond ongeveer op de plaats waar nu de Cultuurfabriek staat. Omdat de Gemeentesloot (de huidige Tuinstraat) tussen huis en koetshuis liep, liet hij over de sloot ook een brug bouwen. Het huis kreeg op de benedenverdieping twee woonkamers-en-suite, een serre, een keuken en een spreekkamer. In het midden liep een lange gang van de voorkant naar de achterkant van het huis. De bovenverdieping bevatte vier slaapkamers met daarboven een grote zolder, waar zich ook nog slaapkamers bevonden. Wie nu in de Bernhard van Kreelpoort omhoog kijkt, ziet de originele zolderdeur nog zitten.

Na het overlijden van Hendrik en Hendrika werd het huis verkocht door de erfgenamen. Het werd in eerste instantie gekocht door de D.S. van Schuppen, die het in januari 1931 verkocht aan het echtpaar Gert en Fie van Schuppen. Het echtpaar Van Schuppen liet het huis eerst verbouwen alvorens er met hun zes kinderen in te trekken. Er werd centrale verwarming aangelegd en er werd een stuk aan de kamer gebouwd door de oorspronkelijke serre te vergroten. Gert van Schuppen overleed in 1963 en in 1969 verhuisde zijn vrouw naar de Acacialaan, waarna het huis tijdelijk werd bewoond door Marokkaanse gastarbeiders.

In 1973 kreeg het huis een winkelbestemming, want het werd aangekocht door de familie Matser, die een woonwinkel in het pand vestigde. Er volgde een ingrijpende verbouwing. De heer Matser kreeg toestemming om de voortuin te bebouwen en dit stuk grond gebruikte hij om een winkelpui voor zijn zaak te plaatsen. Ook aan de Tuinstraatzijde werd het pand vergroot. Woonwinkel Matser bleef in het pand tot 1981 en toen werd het verkocht aan Jan Huibers. Hij verdeelde het pand in tweeën door er over de lengte een wand in te plaatsten. De linkerhelft verhuurde hij aan Boutique 32 en in de rechterhelft vestigde Jan zijn verlichtingszaak. Het gedeelte dat Matser aan de achterkant had laten bouwen werd weer afgebroken voor de bouw van een grote hal, waarin hij zijn veilingbedrijf uitoefende. Eronder werd een parkeerkelder gemaakt. Toen Jan in 1991 stopte met de verlichtingswinkel, betrok Xenos dit gedeelte.

Toen in 1973 het pand werd verbouwd tot winkel, werd de begane grond er rücksichtslos onder vandaan gesloopt, waardoor de bovenbouw op een stalen constructie kwam te staan. Die bovenbouw was sindsdien niet meer in gebruik en bood lang een troosteloze aanblik. Veel Veenendalers wisten niet meer van het bestaan van het huis, terwijl ze er dagelijks op korte afstand langs liepen. Toen de plannen voor Centrum-Oost vaste vorm begonnen aan te nemen, werd het pand definitief getransformeerd tot toegangspoort tot het nieuwe gedeelte van het centrum.

Het oorspronkelijke huis van Hendrik de Ruiter was een metselwerkgebouw dat overeind werd gehouden door een functionele stalen draagconstructie en dit werd het uitgangspunt voor de Bernard van Kreelpoort. Om de bovenbouw van metselwerk en de stalen onderbouw op een natuurlijk manier met elkaar te verbinden, werden stalen bogen en takken geïntroduceerd, waardoor onder- en bovenbouw één geheel vormen. Als bijzonderheid kreeg de poort een speciale verlichting met in hoog tempo wisselende kleuren.

Lokale monumentenliefhebbers waren echter niet blij, dat van het monumentale pand weinig was overgebleven. “Van samenhang tussen exterieur en interieur is eigenlijk niets meer over. De bijzondere, beeldbepalende betekenis van dit object ten aanzien van de omgeving, is teniet gedaan”, aldus de voorzitter van de Monumentencommissie. Maar zoals Cruyff al zei: ‘Elk nadeel heb z’n voordeel”. Wat nu over is van het pand, mag dan wel geen monumentale status hebben, maar het is zeker een blikvanger geworden. Het alternatief zou sloop geweest zijn en daarmee was Veenendaal ook niet blij geweest. Het is uiteindelijk een poort met allure geworden, een poort die alleen in Veenendaal te vinden is.

Onder grote belangstelling werd de Bernard van Kreelpoort op zaterdag 24 maart 2012 door het verwijderen van een groot gordijn dat voor de poort was gehangen, officieel geopend. Een belangrijke verbinding tussen Hoofdstraat en Brouwerspoort was een feit. En zou het niet heel goed mogelijk zijn dat toekomstige Veense historici er over 50 of 100 jaar voor zullen vechten om de poort op een toekomstige monumentenlijst te krijgen. Want het blijft een poort met geschiedenis.