Kees Stip
1913
Kees Stip (1913-2001)
Kees Stip is een Nederlandse dichter, die in Veenendaal werd geboren, op het adres Nieuweweg 85 (nu 66). Op die woning is een herinneringsbordje aangebracht. Zijn vader, Jan Stip, was een bekende Veenendaler. Hij was bekend als oprichter van de gymnastiekvereniging Sparta en voorzitter van de Oranjevereniging.
Het gezin verhuisde in 1925 naar Kerkewijk 131.
Kees Stip volgde de HBS in Amersfoort. Daarna studeerde hij klassieke letteren, Sanskriet en Indische talen in Utrecht. Na het afbreken van zijn studie werd hij dienstplichtig reserve-officier. Tijdens de mobilisatie (november 1939) werd hij gelegerd in Veenendaal.
Op verzoek van Oranjedag schreef hij een volkslied voor Veenendaal.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij o.a. in Siddeburen en in Veenendaal (aan de Bergweg) ondergedoken. In zijn onderduiktijd schreef hij cabaretliedjes voor Hetty Blok en Wim Ibo, zoals de parodieën ‘Dieuwertje Diekema’ op ‘Maria Lecina’ (1932) van Weremeus Buning.
Kees Stip was van 1951 tot 1979 redactielid van het Polygoon-journaal.
Hij trouwde op 21 september 1961 met Katja Weijnen.
Bij het Polygoon-journaal ontmoette hij Joop Lücker, hoofdredacteur van ‘De Volkskrant’ die hem vroeg zijn versjes voor ‘De Volkskrant’ te maken. Ze verschenen tot 1964 twee keer per week (de eerste op 07-10-1952), onder het pseudoniem Trijntje Fop. Daarna stonden ze in ‘Elsevier’
Kees Stip was tot 1967 een vaste leverancier van grappen voor de conferences van Wim Kan.
Behalve gedichten en cabaretteksten schreef Kees Stip scenario’s en reclameteksten. Hij schreef enkele ‘Pietje Pelle-boekjes’ voor de Gazelle-fietsenfabriek.
Kees Stip woonde vanaf 1978 in het Oost-Groningse plaatsje Sellingen.